Tot het einde.
Door: Stephan Schreurs
Blijf op de hoogte en volg Stephan
22 Juli 2014 | Ecuador, Guayaquil
Eerst Huancayo en Lima. Via de inmiddels op één na hoogste (de Chinezen..) spoorlijn ter wereld tufte ik van Lima naar Huancayo. Ik reisde alleen, maar raakte al snel met een Duitser en twee Fransen aan de praat en als kwartet beleefden we het weekend. De treinrit beloofde ons spectaculaire landschappen en uitzichten. Ik ben van nature al geen uitbundig en enthousiast type, maar na vijf maanden en zoveel moois lijk ik nergens meer van onder de indruk. Ik zou de rit dus slechts willen typeren als 'wel aardig'. Huancayo praat ik niet over, vies en saai. Daarom gingen we als kwartet een tourtje in de omgeving doen, ook niks bijzonders. Meest bijzondere waren wij, vier withuiden uit Europa, want we werden behoorlijk aan- en nagestaard; zelfs gefotografeerd. Gelukkig bevond ik mij in goed gezelschap, anders was het een lang, heel lang weekend geweest. In de avonduurtjes op stap met de jongedame die ons eerder die dag het tourtje had weten te verkopen. Verbazend genoeg had ik nog wel even willen blijven, maar waren de mannen (ondanks via de neus tot zich genomen energie) moe en dus lagen we op een schappelijk uur in bed. Eigenlijk het enige wat mij (uiteindelijk) uitbundig en enthousiast wist te maken dit weekend, was de wedstrijd tussen Nederland en Mexico.
Een nachtbusje later en ik was terug in Lima. Daar heb ik drie dagen niks gedaan, even op adem komen. Wat rond- en verdwalen in stad en hoofd. Ik had geen idee waar ik was toen ik Pasaje de Holanda op een straatnaambordje trof, en dat voelde toch even als thuiskomen. Verder de opnamelocatie van La Voz (the voice), een winkelcentrum in een klif en de wisseling van de wacht gezien. Tussen het dwalen door wat potjes voetbal gekeken en de resterende tijd gegeten of geslapen, heb ik Lima leren kennen als een veelzijdige stad. Met prachtige pleinen omgeven door koloniale panden, een aangename boulevard, modewinkels voor de beter betaalden en fancy restaurants en bars. Enkele blokken verder staan uitgebrande huizen, krotten met golfplaten en vind je goedkope straatmarkten. Helemaal aan de rand van de stad (gezien vanuit de trein) zwerven daklozen, tussen overleden straathonden en kinderen gekleed in vodden. Het is oneerlijk verdeeld; zeg ik als 25 jarige met genoeg geld om zes maanden van te leven.
Mijn rijkdom heb ik verder opgedaan in Huaraz, gelegen tussen met sneeuw bedekte bergen. Hier in de buurt schijnt men de mooiste landschappen en uitzichten van de Andes te vinden. Ondanks mijn gereserveerdheid kan ik dat wel beamen. Eigenlijk wilde ik een meerdaagse trekking gaan doen; niet omdat ik hele dagen sjouwen nu zo geweldig vind, maar puur voor de ervaring. Echter met kwart- en eventueel halve finale van Oranje voor de boeg én een zeurende knie na een tocht van slechts één dag, heb ik dat idee maar laten varen.
De eendaagse tocht bracht mij naar Laguna 69, een schitterend meer van smeltwater hoog in de bergen. Bijna had ik deze schoonheid van de natuur gemist, omdat mijn touroperator niet erg betrouwbaar bleek. Keurig om tien voor zes stond ik die ochtend op de stoep, wachtend op negen anderen en het busje wat ons zou afzetten in het dal. Om zes uur, het tijdstip van vertrek, had ik nog geen metgezellen of busje gezien. Chagrijnig van vermoeidheid - reizen is hard werken (!) - begon ik woedend op de deur van het kantoor te beuken. Tot mijn verbazing alsmede opluchting deed zowaar iemand open. Ik liet mijn voucher zien en de beste snotaap begreep aan mijn blik dat ik met niets minder genoegen zou nemen dan een ritje naar het dal. Een goede drie kwartier en honderd beloftes later was ik onderweg, in een busje met meerdaagse trektocht-gangers. In het dal, aan de voet van de berg die ik op moest werd ik gedropt. 'Gewoon het pad volgen en om drie uur terug' was mijn instructie en ik kon m'n lol op. Solo gaat het sneller dan in groepsverband en al snel haalde ik enkele achterblijvers in. Welke later mijn eigenlijke groepsgenoten bleken te zijn. Een uur later vertrokken, maar als eerste van 'mijn groep' reikte ik tot het op 4400 meter gelegen Laguna 69. Tamelijk stuk, want veel zuurstof om lekker door te stsppen bood de lucht niet op zulke hoogte. Gelukkig maakte de wonderschone eindbestemming dat ik het alles en iedereen kon vergeven. Toen de laatste van 'mijn groep' het meer in zicht hadden begon ik aan de afdaling, terug de berg af en door het prachtige groene dal. Ondanks een zeurende knie arriveerde ik precies op tijd voor het minibusje, zodat ik om vijf uur terug in Huaraz aankwam. In tegenstelling tot 'mijn groep', die pas twee uur later terugkeerde. Mijn onbetrouwbare touroperator bleek een geluk bij een ongeluk.
Volgende dag wat rondhangen in Huaraz en om 15:00 klaar voor Nederland - Costa Rica. Tot mijn geluk kon ik meer dan 120 frustrerende minuten leunen op twee landgenoten, want de rest van het café bleef juichen als weer een kans van Oranje gemist werd. Toen in minuut 117 die Costa Ricaan de enige kans hunner zeide kreeg had ik het al opgegeven. En met panalty's was de hoop definitief vervlogen, maar gelukkig had Louis zijn gouden pik toen nog. En dus in opperbeste stemming en in de overtuiging wereldkampioen te worden, ben ik gaan eten met mijn landgenoten. Een dag later ruilde ik de bergen in voor de zee.
In alle vroegte hield de bus halt in Trujillo, vanwaar ik een taxi moest nemen naar Huanchaco. Een ritje van twintig minuten, wat me evenveel kostte als de busrit van acht uur. Ja, ik heb me laten tillen met m'n slaperige hoofd. De chauffeur dacht dat ik een debiel was, want bij ieder bordje met de naam Huanchaco duidde hij erop welke richting het op was. En dat slingerend en stuiterend in een tot taxi omgebouwde fiat-panda, zonder verlichting. Gelukkig sliep ik nog half, ik had deze dollemansrit niet met mijn volle verstand willen ervaren. Enfin, bij het hostel (half zes in de morgen) hing een briefje dat ze vanaf acht uur open gingen. Mijn dooie dood niet, ik heb net zo lang staan bellen tot er iemand open deed. Het stuk chagrijn wilde me nog weigeren ook! Toen ik verbaasd en gefrustreerd vroeg of hij me zojuist werkelijk wilde zeggen dat ik maar tot acht uur op de stoep moest wachten, gaf hij toe. De idioot moet beseft hebben dat zoiets belachelijk zou zijn en ik mocht tot incheck-tijd dan wel een tukkie doen op de bank.
In Huanchaco had ik dezelfde missie als in Arica (Chili): surfen.
Toen ik na mijn tukkie nog even voor de vorm een uurtje in een bed geslapen had, was ik echter zo laveloos en lusteloos dat ik niet meer wilde surfen. Deze mindset bleef nogal hardnekkig hangen, maakte zelfs dat ik gewoon naar huis wilde. Niet vanwege heimwee, maar ik was volslagen reismoe. Zat van de lange busreizen, mezelf tot in herhaling toe voorstellen en uitzoeken waar een degelijke slaapplaats te vinden is. Zat van de met stoplichten mee-regelende verkeersagenten, naar iedere voorbijganger seinende en toeterende taxichauffeurs voor een ritje en straatverkopers die hun troep in je gezicht duwen. Zat van de latijns-amerikaanse muziek die ongevraagd m'n oren in knalt, het in- en uitpakken van m'n tas en schots en scheef liggende paden en wegen. Zat van alles wat reizen zo interessant maakt, zat van alles dat anders is dan thuis.
De reismoeheid besloot mij ertoe wat doelloos door het dorp te sjouwen, een dag later hetzelfde te doen in Trujillo en die nacht een lange busrit te pakken naar Ecuador. Naar Guayaquil, de stad van waar ik op huis aan vlieg.
Eenmaal in Guayaquil was mijn eerste missie het vliegticket om te boeken, wat niet mogelijk bleek. Dus de knop om, nog twee weken hier vertoeven dan maar. Na één dag was ik erachter dat Guayaquil niet heel interessant is, nog minder aantrekkelijk is het verschrikkelijk benauwde klimaat. Tel daar een lelijke uitschakeling van Oranje bij op en je begrijpt, een depressie was niet ver weg. Na twee dagen zweten, steunen en puffen verplaatste ik mij naar Cuenca.
Direct werd ik verliefd, op de stad welteverstaan. Prachtig historisch centrum, een aangename twintig graden, enkele parken en pleinen en een relaxte vibe. Hier dus maar blijven tot ik mijn vlucht terug naar huis kan nemen. Na twee dagen rondsjouwen door de stad ebte het reismoe langzaam weg en kon plaatsmaken voor de geneugten van het leven. Een praatje, een drankje, gezelschap, een boek en een derde plek op het wk-voetbal. Om de tijd verder te doden besloot ik mijn tijd en geld nuttig te investeren. Een weekje mijn kennis van het spaans opfrissen, via een taalcursus.Daarnaast leek het mij interessant om contact te leggen met lokale mensen, die reizigers ken ik nu wel... Dus via het wereldwijde wat contacten opgedaan, zo ook in Guayaquil. Ik heb mij laten overtuigen dat er zeker leuke plekken zijn in die stad, dus besloot de gok te wagen en voor de laatste vier dagen terug te keren naar daar.
De rit van vier uur dwars door het Cajas nationale park was weer van een schoonheid waar je u tegen zegt. Door de heuvels en bergen, waar de witte wolken als rook tussenuit omhoog proberen te klimmen. Weer een stukje van mijn hart verpand. De stad waar ik naar terugging, in al zijn klamheid, hebben echter mijn hart niet weten te veroveren. Ik had geluk dat mijn lokale gezelschap vernakelijk was en duidelijk de betere plekken van de stad kent. Ik ben geen materialist, niet geinteresseerd in dure auto's of grote huizen, carriere-tijgers zijn maar saai en the rich-and-famous verachtelijk. Maar op zeker dat ik mijn ogen uitkeek in het Beverly Hills van Guayaquil. Een verrassende, compleet andere wereld dan de rest van deze tamelijk karakterloze stad. In deze weelde heb ik mijn laatste avonden doorgebracht, in exlusieve restaurants en bars. Volledig, zonder twijfel en voor de volle honderd procent reiziger onwaardig. Maar ik heb er schaamteloos van genoten!
Zoals ik van de hele zes maanden heb genoten, in zijn goede en minder goede tijden.Het was een hele (baard) ervaring!
-
11 December 2014 - 02:25
Stephan Schreurs:
Ehm, do I know you?
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley